HET PLAFOND

Het plafond in de theaterzaal, zoals nu nog steeds te bewonderen, werd beschilderd in opdracht ven de gemeente door de bekende Limburgse kunstenaar Charles Eyck (1897-1983) in de late jaren 1950. Het waren in artistiek opzicht de meest vruchtbare jaren van de Meerssense kunstenaar. Als alom bekend, misschien wel dé bekendste Limburgse kunstschilder in die jaren, deed de gemeente Maastricht graag een beroep op Eyck om de lokale trots -de Bonbonnière- te voorzien van een prestigieuze plafondschildering.

Bij de heropening van de schouwburg op 13 september 1959, na een jarenlange vaak bediscussieerde en geldverslindende restauratie was ‘t het plafond van Charles Eyck, dat de meeste bewondering oogstte.

Tot in de jaren 1950 vonden alle voorstellingen in de grote theaterzaal plaats onder het van elegant rococostucwerk voorziene plafond van de voormalige kerk. In 1957 werd onder dit koepelvormig Jezuïetenplafond een ovalen houten gewelfconstructie gebouwd. Het was de bedoeling dat Eyck daarop zijn artistieke fantasie zou loslaten.

De kunstenaar liet zich inspireren door de fantastische plafond- en gewelfschilderingen in de villa’s die de beroemde Italiaanse architect Palladio voor de Venetiaanse adel bouwde in de Veneto. Daarop waren in ‘trompe l’oeil’ Goden en Godinnen, helden en naakte mythologische vrouwen in bevallige poses afgebeeld, die vanuit het geschilderde zwerk keken naar het aardse ‘gedoe’ in de fraai versierde zalen van de Venetiaanse aristocratie.

Voordat Eyck aan zijn plafondschildering begon, werd het hele gewelf door schildersbedrijf Gorissen uit Limmel ‘hemelsblauw’ beschilderd. Dit bedrijf bracht ook de fraaie verguldsels aan op de decoratieve stucwerk details. Op dit monochroom azuurblauwe gewelf heeft Eyck een rondom doorlopende wit marmeren balustrade geschilderd in ‘trompe l’oeil’. Sierlijke geschilderde potten vol mediterrane planten in volle bloei worden afgewisseld met elegante draperieën die losjes over de balustrade zijn gedrapeerd. In die zonovergoten stralende blauwe hemel zijn onschuldige speelse cumuluswolkjes geschilderd, zoals die alleen op een zomerse zonovergoten dag te zien zijn. De hele houten gewelfconstructie lijkt zich door dat illusionistisch beschilderde plafond welhaast te openen voor de theaterbezoeker, die zich als in een openluchtheater zou kunnen wanen.

Wellicht stond de kunstenaar Charles Eyck in zijn diepste gedachte wel iets heel anders voor de geest; het is immers een voormalig kerkschip waarin hij zijn artistieke stempel achterliet. Zo zou het azuurblauwe plafond wellicht symbool kunnen staan voor de hemel waar alle zieltjes van de theaterbezoekers hopen ooit te mogen vertoeven!

In 1980 tijdens de laatste verbouwing van het theater werd aan beeldend kunstenaar en kleurdeskundige Peter Struycken (1939) gevraagd een kleuradvies voor het interieur van de theaterzaal te maken. Struycken is de eerste beeldend kunstenaar die (sinds 1969) kunst maakt met behulp van computers. Struycken voerde de kleuren van de plafondschildering van Charles Eyck in zijn computer in en ontwikkelde een geheel nieuw en origineel kleurenschema voor het interieur van de grote zaal en de redoute. De kleuren van de stoffering, tapijten en wanden werden gekozen in harmonie met het plafond van Charles Eyck: gedekte tinten rood, blauw en groen met gouden accenten. De Belle Epoque atmosfeer va de zaal werd er niet door aangetast, evenmin als de kleurstelling in de redoute het effect van de fraaie spiegels te niet doet. Ook de felle kleuren in de Prometheusvoorstelling van Ger Boosten op het brandscherm harmoniëren met de tinten die Charles Eyck en Peter Struycken hadden gekozen.

© Jac van den Boogard, 2025

Sponsoren