DE REDOUTE
Nadat de verdiepingsvloer in de voormalige kerk was aangelegd (1789) werd begonnen met de indeling en de inrichting van de parterre. Men wilde voor alles een ‘redoute’, dé plek waar officieren van het garnizoen en de bourgeoisie in de negentiende eeuw elkaar konden ontmoeten. Ofschoon ‘d’n theater’, ook wel de ‘Grote Comedie’ genoemd, in feite speciaal voor de garnizoensofficieren en hun entourage was bedoeld, moet men bij de term ‘redoute’ in de context van een theater niet aan de oorspronkelijke militaire betekenis denken. Een ‘redoute’ is in de vestingbouw, een klein verdedigingswerk bedoeld als versterking en onderdeel van een vesting.
Naast de militaire betekenis, werd het woord ‘redoute’, afgeleid van het Italiaanse ‘ridotto’ ook gebruikt voor een bal of feest, vooral in de achttiende eeuw. Een redoute was dé plek waar bals en feestelijke evenementen werden gehouden; ‘redoute’ werd in’t Maastrichts gebruikt om een feest mee aan te duiden. De redoute was dus een ontvangstruimte, een ruimte voor sociale interactie, waar het publiek zich verzamelde voor of na de voorstelling of in de pauzes, waar zaken werden gedaan, een kaartje werd gelegd, soms kon je er gokken en waar geroddeld werd. De redoute was zonder meer een soort verkapte ‘huwelijksmarkt’, de plek om te kijken of bekeken te worden.
De redoute lag aan de noordzijde van de parterre, voorafgegaan door een ruime zaal en aan de zuidzijde geflankeerd door een aantal kabinetjes, een soort ‘chambres séparées’. De redoute kreeg een Louis XIV wandbetimmering en decoratief stucwerk met festoenen en andere sierlijke ornamenten.
Tijdens de verbouwing van 1877, waarbij het theater tot een echte Bonbonnière werd getransformeerd, werd de redoute veranderd in een glansvolle spiegelzaal met veel goudkleurig stucwerk, een prachtige parketvloer en ze kreeg een orkestbak. De hele entourage werd net als in de grote theaterzaal bepaald door het coloriet: ivoorkleur met gouden biesjes. De congiërgerie die voor de redoute lag, werd afgebroken en vervangen door een vierkant gebouw als entree, waarin een foyer en een koffiekamer werden gevestigd. De verbouwing van de redoute alleen al kostte toentertijd 35.000 gulden; de redoute werd geopend met een luisterrijke bal op 27 november 1883.
Na de zoveelste verbouwing in 1928 werd de feestelijke redoute tot koffiekamer gedegradeerd, wat niet kon verhinderen dat de heropening van de Bonbonnière juist in de redoute werd gevierd met een luxueus souper. Tijdens de spraakmakend kostbare verbouwing van de stadsschouwburg in de jaren 1950 werd in de redoute een klein, maar voor kleinschalige producties zeer geschikt podium gebouwd. Totdat de Bonbonnière definitief haar poorten sloot, bleef de redoute een begrip, geliefd als de mooi gedecoreerde ruimte was bij het Maastrichtse publiek niet alleen voor kleinschalige voorstellingen, maar ook voor meetings, lezingen, partijen, bedrijfsfeesten en niet te vergeten het Carnaval.